Zoozot schreef: ↑30 jan 2023, 01:45
Het is maar omdat ik vanuit mijn opleidingsachtergrond toevallig veel met (historische) taalkunde bezig ben, dat ik het niet kon laten om hier wat over uit te weiden. Ik ben erg benieuwd naar je ideeën voor het Rotterdamse Europagebied!
Bedankt voor de uitleg! Heel interessant om te lezen.
MennoPebesma schreef: ↑30 jan 2023, 13:49
En wat vind je van de Friese naam voor de woudaap:
Woffer . Die naam komt van het 'wof' geluid dat ze maken. Al worden ze ook wel
lytse reiddomp genoemd, wat kleine rietdomp betekend. Wat al meer lijkt op de Engelse naam,
reiddomp is namelijk de naam voor de roerdomp in het Fries.
Goed is een sterk woord, maar het is ten minste een stuk beter dan Woudaap.
Goed dan. Op naar mijn plannen voor Blijdorp!
Een tijdje geleden ging er een gerucht rond dat Blijdorp aan de ingang-zijde van het treinspoor wilde uitbreiden. Of dat waar is of niet heb ik geen idee van, maar ik heb dat even aangenomen.
Mijn uitbreidingsplannen voor Diergaarde Blijdorp:
Afbeelding
Wat hierbij wel een beetje jammer is dat het continentaal niet helemaal goed meer loopt. Iets dat ik in Blijdorp heel leuk gedaan vind is dat je in de grote helft van Blijdorp van De Afrikaanse Savanne naar Centraal Afrika loopt, door Noord-Afrika en Europa, en vanaf daar door naar het Amoergebied en China, Maleisië en India. Het is een soort doorlopend pad over de oude wereld. Daarnaast zou het logischer zijn bij zo'n soort uitbreiding dat ik Australië naast het Oceanium zou zetten. Maar helaas, in de huidige ruimte naast het Gelada-verblijf is niet genoeg plaats voor en echt goed Europa-gebied. En de halve parkeerplaats is juist teveel plaats voor een Australisch gebied, zelfs als ik zo veel mogelijk Australische fauna er in prop.
Over de parkeerplaats gesproken: de nieuwe parkeerplaats gaat ook nog eens een verdieping omlaag, de grond in. De hele parkeerplaats word ook een stuk aantrekkelijker ingericht, zodat je minder het gevoel hebt dat je op een industrieterrein staat. Ook het Van der Valk hotel word hierbij verplaatst en krijgt een unieke Blijdorp-look. Maar de ontwerpen voor het parkeerterrein en het nieuwe hotel laat ik voorlopig even wachten, misschien komt dat naar voren als ik het Noord-Amerika gebied laat zien.
Overzicht Nieuw Europa-gebied:
Afbeelding
Het Europa-gebied heeft geen specifieke thema's, zoals het Azië-gebied had, maar de verblijven zijn natuurlijk wel verschillend ingedeeld. Met de nummers doe ik even een snelle versie van hoe de verblijven ingedeeld zijn:
Nummers 3-6, 8, 10-12, 15 en 17 (de meerderheid dus) zijn ingericht als de Nederlandse droogwouden. Ik zou graag willen zeggen dat dat ze geïnspireerd zijn door de bekende Hoge Veluwe. Maar ik moet toegeven dat ik het toch heb gemaakt na mijn thuis-natuurgebied: de Loonsche en Drunense duinen. In beide gevallen gaat het natuurlijk niet om de zandvlakte, maar de bossen daar omheen vol grove dennen, harde zandgrond en hoog gras. Deze natuur is ook heel herkenbaar in Beekse Bergen, waar ze zo'n soort natuurgebied gebruikt hebben om Afrika na te bootsen. Een paar van de verblijven (vooral de kleinere) hebben wel een meer open gevoel, met heide en zand. Maar daar ga ik bij de detailkaartjes wel op in.
Nummers 1, 9, 14, 16 en 18 zijn meer gebaseerd op Duitsland en Scandinavië. Met een mix van sparren en eikenbomen. En af en toe een paar grotere rotsen of kliffen.
Nummers 2, 7 en 13 zijn uniek.
Nummer twee is de Noordzeevolière, met een mix van Scandinavische zeekliffen en Texelse duinen en zouwatermoerassen.
Nummer zeven is het Alpenverblijf. Met natuurlijk veel rotsen en kruidachtige planten.
Nummer dertien is een ondergrondse tunnel met terraria en aquaria met verschillende thema's.
Voor het gehele Europa-gebied heb ik ook best wat inspiratie genomen van andere dierentuinen, en ik gebruik af en toe foto's van andere dierentuinen om te laten zien hoe de verblijven er hier ongeveer uit zouden zien.
We beginnen bij nummers 1-6 (en 18), waar nog niet al te veel details te vinden zijn:
Afbeelding
Het eerste verblijf is ook vanaf buiten Blijdorp te zien. Een gedeelte van het moeras wat nu naast de ingang staat is verdiept en word nu gebruikt door Europese otters. Er is een eilandje in het midden gezet om het zicht naar de overkant iets te blokkeren.
Hoe het er ongeveer uitziet:
Vanaf binnen Blijdorp kan je de otters natuurlijk ook zien, vanaf een houten kijkplatform (vergelijkbaar met het tapir-platform in Aquazoo Leeuwarden).
Verblijf nummer twee is de grote Noordzeevolière. Zoals ik eerder al zei is dit een mix van Texelse duinen en Noorweegse kliffen. Naast een groot aantal Vogels die in de wadden voorkomen, verblijven de Zeekoeten en Papegaaiduikers hier ook nogsteeds. Het Bass Rock-gedeelte krijgt een makeover met meer realistisch rotswerk en wat levende mossen op een paar plekken. Ook is de klif opengebroken zodat ze ook bij de rest van de volière kunnen komen.
De rotsen hier lijken sterk op het
Eismeer in Hagenbeck
In de Noordzeevolière komen drie nieuwe kleuren voor: Groenblauw, Paars en Roze. Paars staat voor een ULO (Unidentified Laying Object); in dit geval een gestrande boot. Roze word door het Europa-gebied wel vaker gebruikt, en staat voor een
heideveld. De groenblauwe kleur staat voor een ondiep moeras, met riet of andere waterplanten.
Bij de Noordzeevolière loop je eerst over een pier, met aan twee kanten golvend water (golfmachines zitten verstopt onder de pier). Achterin de volière is een grote grasduin, die ervoor zorgt dat je niet naar het achtergebied kan kijken. Voor deze duin liggen de heidevelden. Je loopt van de pier af naar het duinpad, hier loop je ook vlak langs de rotsen. Ook kun je een korte vlonder nemen over het zoutwatermoeras. Veel struiken staan er niet, maar wel af en toe een losse grove den.
Aan het einde van het pad loop je door een rotstunnel het Noordzeegedeelte van het Oceanium in (wat betekend dat je de volière liever aan het einde van je reis door Europa wil bezoeken).
Vervolgens heb je verblijf nummer 3, voor damherten. Hier zie je ook heel goed het droogbos-stijl. Met weer hoog gras en een paar klusters grove dennen. Ook liggen er een paar uitgedroogde boomstammen in het verblijf. Aan deze kant van het pad zijn twee kijkpunten, waar je een beetje op de herten neerkijkt. Door een droge gracht (aangegeven met het zand, ook te zien in een paar andere verblijven). De gracht is gaat aan de bezoekerskant recht omlaag, maar aan de verblijfskant is het eerder een heuvel.
Verblijven 4 en 5 zijn omringt door een blokhut, bij beide verblijven kijk je vanaf een houten vlonder. Verblijf 4 is het kleinere verblijf, waar vossen in leven. In dit verblijf is weer veel heide te vinden, met opnieuw boomstammen. Verblijf 5 is groter, en word bewoont door Wilde zwijnen. Wilde zwijnen staan er om bekend dat ze hun verblijf graag overhoop wroeten. Om dit een beetje tegen te houden staan hier veel bomen, en nepwortels worden gebruikt om de grond vast te houden en om een beetje reliëf in het verblijf te brengen.
Daarna neem ik even een flinke sprong naar de andere kant van het gebied, naar nummer 18 en de andere kant van nummer 3. Ook hier is weer een blokhut te vinden. Deze keer is het kleine verblijf met gaas bewerkt, voor boommarters.
Het marterverblijf is gedecoreerd als een houtopslag. Met grote, vastgebonden boomstammen in het midden, en opgestapelde brandhoutblokken tegen de hut aan. Ook zijn er een paar kleine klimstructuren, die er uitzien als omgevallen boompjes of ingestorte houtstapels. Ook kan je de blokhut inlopen om het binnenverblijf te zien.
Je kan een klein doodlopend paadje in om vanaf een platformpje de damherten te bekijken. Ook kijk je vanaf hier één van de buitenterraria in, maar daar komen we later aan toe.
Het doorlopend pad gaat met een houten bruggetje over het damhertenverblijf heen, vanaf hier kan je ook goed de kleine helft van het verblijf en de blokhut zien.
Goed dan, na het zwijnenverblijf kan je twee kanten op. Voor het volgende gebied ga ik rechtdoor over een breed pad en op naar verblijf nummer 7: het Alpenverblijf.
Afbeelding
Voordat je bij het verblijf aankomt, kom je eerst langs een
grote rots die begroeid is met mos en bloemen, als een voorproefje van de alpen (Aangegeven met nummer 3 op het kaartje). Ook kan je langs de andere kant van de rots lopen, dan kom je bij het dassenverblijf uit. Maar daar ga ik later op in.
Het verblijf is omringd door hoge rotsmuren, waar een groot net over gespannen is. Vanuit een gebouw van twee verdiepingen kan je de volière inkijken. Ook vanaf een houten platform naast het gebouw kijk bekijk je de volière in de open lucht. Aan de linkerkant van het verblijf (vanaf het kijkplatform gezien) zijn steeds kleine stenen richels, met onderaan een klein meer waar ook vissen zwemmen. Aan de zijkanten van deze richels staan grotere rotsblokken om het hoogteverschil wat natuurlijker te maken. Twee richels staan apart en kunnen niet beklommen worden door de steenbokken, deze zijn alleen toegankelijk voor de vogels in de volière.
Aan de andere kant van het verblijf is het een heuvel die minder steil omhoog gaat. Deze heuvel, en de platte vlakte onder het kijkplatform, zijn
bedekt met kleine en middelgrote rotsen (Aangegeven met nummer 4 op het kaartje) waar ook een
typisch waterstroompje doorheen loopt. Dit gebied is ontworpen voor de Alpenmarmotten en de Steenpatrijzen. Op de richels naast de rotsvallei zijn hekjes te vinden, wat gedeeltelijk dient als een zitplek voor de vogels in de volière.
Het hele Alpenverblijf heeft veel kruidachtige planten en bloemen, vooral in de steenvallei. Ook zijn er veel vetplantjes op de rotsen te vinden. Ook zijn er in sommige plekken korte struiken en jonge alpendennen te vinden. Vanaf het gebouw kan je ook een klein zijverblijf inkijken, hier leven rode eekhoorns. Binnen in het gebouw is voor de eekhoorns ook een binnenverblijf. Ook kan je in het gebouw informatie vinden over de bedreigde gieren die in de Alpen leven, en over hoe het water van onze rivieren uit de Alpen komt.
Als je terug loopt langs de rotswand kom je in de kloof uit.
Afbeelding
Voordat je de kloof in loopt kom je een waarschuwingsbodje tegen: "Vorsicht vor Steinschlag | Beware of falling rocks | Pas op voor vallende stenen". Natuurlijk is hier geen echt gevaar voor, maar als je omhoog kijkt hangt er op zo'n vier meter hoogte een groot metalen net, met op sommige plekken rotsblokken die in het net "gevallen" zijn vanaf de rotswand. Dit is natuurlijk mooi als thematisering, maar is ook handig om roofvogels weg te houden bij de kleinere diersoorten die hier te vinden zijn.
Het eerste verblijf dat je tegen komt is een groep openluchtterrariums die midden in het pad staat, met kleine watertjes, een moerasgebied, en veel heideplanten, kleine rotsen en stukken hout. Het is een soort mini versie van de rotstuin die op het moment in de buurt van de Gelada's te vinden is. Alle buitenterraria lijken op de
Europese terraria van Alpenzoo Innsbruck. Maar dan met meer zand en duinen, en minder rotsen. Het grote verblijf van dit buitenterrarium is bewoond door een groep Ringslangen, de twee kleine verblijven aan de andere kant zijn voor Gestreepte vuursalamanders (De ondersoort die je ook in Limburg kan vinden).
De buitenterraria (Deze en het adderverblijf dat we later zullen zien) zijn een meter hoog opgebouwd, op een houten basis. Omringt door grote ramen en met een net eroverheen, de verblijven lijken ook sterk op de
hagedisverblijven in Chester zoo of
Terrazoo Rheinberg.
De grote volière (nummer 9) naast het terrarium is thuis voor Oehoes, Roeken, Torenvalken en Kraanvogels. Een paar grote dennebomen vullen het verblijf, samen met een paar rotsblokken en een moerasje. Ook zijn er twee grote houten nestdozen op palen.
Verblijf nummer 10 is een verblijf voor Siesels, of Europese grondeekhoorns. Ook in dit verblijf is weer wat heide te vinden, en het verblijf is duinachtig ingedeeld zodat de Siesels genoeg ruimte hebben om te graven.
Verblijf nummer 12 is op een zelfde manier ingedeelt, maar dan met twee watertjes en veel meer waterplanten. Hier leven Europese moerasschildpadden, samen met Zandhagedissen, Hazelwormen en verschillende vissen. Deze leven hier alleen tussen de Meivakantie en de Herfstvakantie. In de koude wintermaanden worden ze naar het binnenverblijf in de grotten verplaatst. Het water in het buitenverblijf word gehalveerd en de Siesels mogen dan ook in dit verblijf komen.
Verblijf nummer 11 zit aan de andere kant van de kloof, met een soortgelijke stijl als de Buitenterrariums, met een houten basis en een groot kijkraam. Maar over dit verblijf zit geen net, en het is van binnen ook minder gedecoreerd. Vooral een bodem van dennenaalden en struikgewas, hier leven Gewone egels.
Aan het einde van de kloof ga je de tunnels in.
Layout van de tunnels:
Afbeelding
(Op de detailkaart kan je de verblijfsinrichting zien).
Aquarium nummer 1 heeft Europese rivierkreeften, Bruine kikkers, en verschillende vissen. Met twee eilandjes in het midden van het aquarium, waar boomstammen op staan, lijkt het sterk op een grotere versie van het
Rivierkreeftenaquarium in GaiaZOO.
Aquarium nummer 2 heeft ook verschillende vissoorten, waaronder Palingen, Vlagzalmen en Donderpadden. Het jammere van de Paling is dat ze erstig bedreigd zijn en moeite hebben om in gevangenschap te fokken. Daarom is hier een speciale methode om ze toch te beschermen.
Palingen worden in Rotterdamse wateren gevangen en in dit Zoetwateraquarium geplaatst (en een paar aquaria achter de schermen) om groot te worden. Als ze klaar zijn om de oceaan over te trekken worden ze op dezelfde plek weer uitgezet zodat ze hopelijk de weg terug weer kunnen vinden.
Het aquarium is ingericht alsof je naar de
oever toe kijkt, met veel waterplanten en onderwaterwortels
Verblijf nummer 3 is een open binnenverblijf voor de egels, een meter hoge houten muurtje (en een extra hekje op armlengte) is het enige wat de bezoekers van de egels apart houdt. Samen met natuurlijke beplanting staan ook hier een paar neppe boomstammen, om de illusie te geven dat je nogsteeds buiten in het bos bent.
Paludarium nummer 4 is het binnenverblijf voor de Moerasschildpadden. Het hele jaar door zitten hier ook Europese boomkikkers en vissen in het water. Ook in dit verblijf zijn levende planten, op land en in het water.
Verblijf nummer 5 lijkt op nummer 3, maar dan met een glazen wand, in de rotswand links van het verblijf zijn ook een paar nastkamers te vinden, maar deze zijn niet aangegeven op de kaart. Dit verblijf is voor eikelmuizen.
Aquarium nummer 6 is voorin diep, en achterin erg ondiep met moerasplanten. Hier leven Kamsalamanders, Vuurpadden, en kleine vissen.
Paludarium nummer 7 is een bijzonder geval: de voorste helft is namenlijk een aquarium, en de achterste helft en volière voor kleine vogels. In het aquarium leven onder andere Donauzalmen en Steuren. Achter het aquarium is een dicht boslandschap voor Kruisbekken en Vinken. De volière gaat best ver naar achter en ook de buitenlucht in. Het is vergelijkbaar met een
verblijf in Wilhelmina zoo.Er is geen barriére tussen de vogels en de bezoekers, omdat de vogels de donkere grot niet in durven.
Klein schematiekje van hoe het verblijf werkt. Aan de linkerkant kan je vanuit de grot onder water kijken bij de vissen aan de rechterkant zie je het volièregedeelte vanaf buiten, deze staat op een verhoogte richel. Vanaf boven de rotsen valt een kleine waterval ook het verblijf in.
De vier verblijven die als nummer 8 aangegeven zijn, zijn de verschillende burchten voor de dassen. En nummer 9 is het binnenverblijf voor de Bevers. Hier is verder niet super veel over te zeggen.
Tussen de dassenverblijven kan je een kortere route uit de grotten komen, deze gang word ook geöpend als de Bevervolière tijdens vogelgriep gesloten is.
Over de bevervolière gesproken: we gaan verder naar het laatste gedeelte van het Europagebied.
Afbeelding
Het beververblijf is een grote volière, omringd door rotswanden en met een flink meer in het midden. Hierin zwemmen een groot aantal vissen, waaronder Snoeken, Brasems, Baarsen en Forellen. De bevers hebben alleen de twee eilandjes en het stuk land tegen de rotswand aan, verder kunnen ze niet het land op.
Als je de grotten uitstapt en de volière binnenkomt, sta je meteen tegenover het onderwaterkijkraam van het meer, hier kan je naar de zwemmende bevers en de vele vissen kijken. Aan de andere kant van het pad heb je weer een klein moerasgebiedje. Je loopt langsaam omhoog op het pad, en je komt ook langs de richel waar de andere kant van nummer zeven in de grotten te zien is. Vanaf hier loopt de kleine waterval ook het moerasgebiedje in.
Na de richel loop je de bocht om en ga je nog een klein stukje omhoog voordat je boven het waterniveau bent. Hier kom je een
meer-laagse waterval tegen (aangegeven met nummer 2 op de kaart). Over een verhoogde richel loopt een stroompje langs het pad die later nog in een kleine waterval uitkomt en onder de brug door naar het bevermeer stroomt. vanaf hier kan je ook goed naar de overkant van het verblijf kijken, waar een
grotere waterval naar beneden stort vanaf de rotswand (aangegeven met nummer 1 op de kaart).
Vanaf de tweede brug kan je voor het eerst de gierenvolière inkijken. In deze zijvolière leven Monniksgieren en Auerhoenders, samen met een paar andere vogels.
Het net over de bevervolière heeft kleine gaatjes, en de gierenvolière hiernaast heeft dat ook. Maar het net tussen de volières in heeft dat niet.
In de bevervolière leven heel wat vogels (Patrijsen, Eenden, Turkse tortels, Kievitten, etc) die niet door dat net passen. Maar er leven ook heel wat kleinere vogelsoorten die door dit net in allebei de volières terecht kan komen. De grootste hiervan is de Iberische blauwe ekster, andere vogels die door het scheidingsnet passen zijn Hoppen, Wielewaals, Bijeneters, Zanglijsters, Kwikstaarten en een paar anderen.
Na de tweede brug loop je de volière uit en kom je meteen rechts twee verblijven tegen voor Europese nertsen. Ook deze zijn weer als de buitenterrariums ingedeelt, met een houten basis en veel detail in de inrichting. Hier loopt een waterstroompje doorheen vanaf de rotswand naar een klein meertje dat bij de Damherten uitkomt.
Vanaf de nertsen kan je over een klein zandpaadje door het bos terug naar het pad dat naar het Alpenverblijf loopt. Hiernaast is ook het buitenverblijf voor de dassen (Nummer 6), dat lijkt op het vossenverblijf.
Ook kan je natuurlijk de hoofdroute nemen langs het grootste buitenterrarium, wat bewoond wordt door een groep Adders. Hier tegenover heb je ook een grotere kijkplek in de gierenvoliére.
Vanaf hier loop je dan ook door naar de blokhut van de Marters en Damherten, en is het Europa-rondje wel klaar.
Pffff dat duurde wel de hele dag om uit te typen. Goed dan, op naar de dierenplaatjes:
Diersoorten bosgebied:
Afbeelding
Diersoorten Noordzeevolière:
Afbeelding
Kleine uitleg bij een paar van de bijzondere vogelkeuzes: Ik heb voor twee roofvogels gekozen omdat deze in de duinen van Texel veel gevonden worden. Deze twee soorten zijn vaker met kleinere vogels gehouden en zouden veilig moeten zijn. De fazant heb ik erbij gedaan omdat deze, ook al is hij geïntroduceerd, ondertussen toch bij de Nederlandse natuur hoord.
Diersoorten Alpengebied:
Afbeelding
Diersoorten kloof:
Afbeelding
Diersoorten grot:
Deel 1:
Afbeelding
Deel 2:
Afbeelding
Diersoorten bevervolière:
Afbeelding
Afbeelding
Amai zeg, dat duurde even. Ben erg benieuwd wat jullie ervan vinden, ik hoor ook graag wat jullie mooi (of minder mooi) aan mijn plannen vinden.